Zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen laat vallen
zo riposteerde de immens dikke banjer
het onbewuste gestaar van de flageolet ;
‘ ...haal je broek op schimmel, voort, haal je broek op...'
il lavandino é otturato !
mijn glorieuze zeepbel zal overwinteren !
eh ? vergeten afslag zegtu ?
de samenspraak begon en at van de hand die beefde ;
‘ want zodra de bazuin zal schallen, zullen de doden verrijzen'
altijd weer dat sijpelbeest,
dat gotswort, die stapsteen, dat handvat,
die klapband, dat volvet, die wolsoort
ik schal en schal en schal...
als specialist ben ik hoeksteen van spijtbetuiging
breng een einde aan lyrische knoeiboel...
iedere man is de smid van z'n eigen geruk
maar mijn adem is aambeeld van de juiste toon...
alle mislukking is gloria voor verstandsverbijsterden
(ergo: niet meer dan bijkomst voor hobbyisten)
hulde aan het reukpaard
modesto! discreto! de steeds terugkerende vernietiging !
we zaten op de dijk van het historische gebeuren
in de verte een eenzame kerncentrale (hij
brak ons hart),
ik zalfde haar heilige dreven in met vers;
“ pluimpje van preutsheid, tabletje
bedot me, bedek me met je witte ruis, witrusje
beuk m'n notenkraker, Gigampfi...”
Het mothuis stond te midden van de bramen,
“ Loont het te zwerven, de heilige paardebloem
te verstrooien ?”
Dat was alle ode die ik haar bracht,
alle ode die ik in me had
de uiterste houdbaarheidsdatum was zeer nabij
en de centen gloeiden in mijn zak.
Ik Kom Hier Voor Zaken Wijffie !
De bushalte groette niet terug.
Wladiwostok!
De heer Flamoes sprak tot d'appelen ;
‘ beware of the white wolfe !'
men nam zijn masticatie serieus,
ik lachte als brugman met kiespijn,
als Kaapverdiaan die gezond muggezifte
wenn Si wönt so guet sii...
hoe de wellust van 1 afgedongen moment
een lange keten van rampen en verdriet
achter zich aan sleepte...
(godvergeten boodschapper)
...kom uit de zwavelpoel opdonderen van van onderen...
Waar blijft die opklapbare Lucifer om me
nou eens eindelijk van die godvergeten ziel af te helpen?!
( 26 dollars in de hand)
het lust me niet...het leven te genieten...
geniet dan van de dood, of de geraniums,
desnoods de gladiolen (zet ze op je hoed)
deze magistrale hondenbezitter,
hoe gloei ik van trots, koorts etc.
om zijn achterlader
om zijn uranistische perikelen
om zijn fantastische verstand..hou hoog die ootmoed...
om zijn ambachtelijke hand
te mogen schudden
as en schors en hoofdroos en geknipte nagels
de stille vissers slikken hun bier...
doen eer aan de versteven psoriasis
in Woensdrecht schilvert de gedachte
aan anti-penetrisme van het aanrecht
der zelfwerkzaamheid...
doe die poes!
...mag ik een bitje, een getikt klitje voor in m'n vacht ?
doe! het zalvend aanbod van een zemelbakker
kauw! de mogelijkheden tot herhaling totdat ‘t op is
totdat de vissers schouderophalend meezeulen
met de ontgoochelde lobbyisten...
Toen Willem zijn stad bouwde
en aan het beruchte vestje likte
kon hij niet bevroeden dat er enige nazaat van hem
het genoemde ‘leven van de grote gifmengers'
zou mengen...
Alles is mogelijk...
zes grieten
en een gast
zaten aan
zes grieten en een gast.