holtong
 
 
 
 
wah?

‘ Empathie Baart Kunst’ Inleiding

Dit is een project van Cornelius Voorvoet. Na een verhitte discussie in de openbare gelegenheid ‘De Schouw’ aan de Witte De Withstraat te Rotterdam besloot Voorvoet voor eens in zijn leven het voortouw te nemen en eindelijk met daden te illustreren wat hij voordien slechts op verbale wijze uitte; zijn levensmotto ‘Wat Ons Van Den Dieren Onderscheidt is Empathie, Empathie, en niets dan Empathie’. Uiteindelijk bleken zijn daden uit woorden te bestaan. ‘Empathie Baart Kunst’ bestaat uit 93 inlevingen waarvan er 5 op deze website staan.

 

 

 

 


1. Je Suis Un Autre

Ik was een dolende dichter, ik liep op de wind, ik deed allerlei experimenten, ik waste me niet, liet me in m’n reet naaien en schreef ellenlange hermetische dichtwerken meestal over de doodgewoonste dingen. Soms gooide ik er een sonnetje tussendoor. Dat ging een tijdje goed maar op den duur wel vervelen. Je moet weten dat mededichters zo’n beetje het ellendigste slag mensen zijn. Enorme zeurpieten, kleinzielig, kleinzerig en egocentrisch. Veel zuipen en luieren, en dan doen alsof het enorm moeilijk en dramatisch is om zo te leven. Ik had een vriend met een Vincent van Gogh-syndroom. Dat heerste in die tijd nogal. Deze persoon was echter te laf of te maf om z’n eigen oor af te snijden. Wat doet ie...hij pakt een pistool (hij was bang van messen) en schiet bijna MIJN oor eraf. Leuke jongen!
Ik dacht, ik ben hier weg, en weg was ik.
Nadien heb ik nog ontelbare meesterwerken geschreven maar om eerlijk te zijn vond ik het zonde om die aan de openbaarheid prijs te geven.
“ Waar zijn die dan gebleven?”
O die liggen nog ergens.

2. IK WAS EEN VROUW

Ik bloedde natuurlijk als een rund, soms wel vier dagen achter elkaar. Dat gaf niet, dat was blijkbaar normaal. Verder zag ik allerlei mannelijke bewoners van dezelfde planeet op een manier naar me kijken die ik voorheen niet gewend was.
Tja, dat was het wel zo’n beetje.
Zo’n vrouwelijk lichaam is toch minder geil als je er zelf in zit, dan is het bijna normaal. En grote borsten gaat ook heel snel vervelen, vooral als je een stukje wil rennen, dat bungelt en bungelt maar.

Voor de rest zat ik een beetje voor me uit te staren. Je denkt toch niet dat ik me door zo’n harige lelijke vent liet nemen ? Bah. Dan liever lesbisch.

3. IK HAD HONING

Het bevel klonk me als honing in de oren, getraind als ik was te gehoorzamen, gehoorzamen en nogmaals, te gehoorzamen. Ik trok er op uit met mijn goede kameraden en en we moordden, plunderden en verkrachtten dat het een lieve lust was. Alles voor de goede zaak !
Toen we daarmee klaar waren en ons weer opgewekt thuiswaarts spoedden bereikten ons de eerste berichten over de problemen aan het thuisfront. Er waren klaarblijkelijk lui die het om de een of andere reden (daarover waren ze nogal vaag) een probleem vonden dat we de vijand hadden uitgeroeid. Nou vraag ik je !
Erger nog, tijdens onze afwezigheid hadden deze humanisten de macht over genomen ,en in plaats van een warm onthaal, werden we in de boeien geslagen !
We wisten niet of we lachen of huilen moesten.
Nou ja, om een lang verhaal kort te maken, een stel goeje gosers, lui die we nog van vroeger kenden, wisten de humanisten te verjagen (ik zal maar niet zeggen hoe, anders krijg ik weer last met al jullie overgevoelige zieltjes) en nu zitten we weer lekker in de kazerne op nòg betere tijden te wachten. Ober, drie bier !

4. IK WAS EEN SEX KANNIBAAL

Dat ging alsvolgt ; ik werd verschrikkelijk geil en was niet meer te houden. Ronkend liep ik door de straten op zoek naar slachtoffers. Had ik er een gevonden dan troonde ik die mee naar mijn paleis op wielen, een volkswagen kever. Vergeet niet dat ik zeer charmant en tegelijkertijd overredend kon zijn. Eenmaal in het kleine, maar goed onderhouden wagentje aangekomen begon het feestmaal voor de een, en de ellende voor de ander. Ik rukte alle kleren van het lijf van het slachtoffer (man of vrouw, dat maakte voor mij geen verschil, als ze maar een beetje jong waren) en begon tegelijkertijd alle stukken vlees waar ik mijn tanden in kon zetten te verslinden. Nou ja, dat ging zo een tijdje door, totdat ik genoeg had. Meestal was het slachtoffer dan dood maar in 46 % van de gevallen (toch nog een overlevingspercentage van bijna de helft) kwam het met de schrik vrij, en hier en daar een hapje lichter haha. Het was iedere keer weer een enorm gedoe om die auto schoon te krijgen, ik ben namelijk van huis uit zeer proper.
Op den duur krijg je natuurlijk wel behoorlijk last met de politie ,om maar te zwijgen van al die lui die je nawijzen op straat. En bij mij zelf zat het ook niet erg lekker, ik werd depressief en geprikkeld door heel die situatie. Op een gegeven ogenblik besloot ik dan ook al mijn bruggen achter me te verbranden, ik verkocht de volkswagen kever tegen een redelijke prijs en kocht een net pak.

5. IK WAS EEN SUCCESVOL RACIST

‘U bent geweldig, gewoonweg geweldig !’ sprak ik tot de grote blanke leider,
‘ Hoe wordt men eigenlijk ook zo’n succesvolle racist als U ?’
De grote blanke leider keek tersluiks om zich heen en trok me terzijde, terwijl hij in mijn oor blafte.
‘ Het heeft veel met geluk te maken. En standvastigheid. En je kan maar beter niet roken, drinken en vlees eten’.
‘ Danku danku !!!’ achteruit lopend verliet ik het vertrek.
Op straat blafte ik de eerste neger die ik zag af, op eenzelfde toon als die ik net geproeft had bij de grote blanke leider, in het besef dat het mischien afgekeken was maar dat een mens toch ergens moest beginnen. Op den duur zou ik echt wel mijn eigen lied gaan zingen.
‘ Neger ! Allochtoon !’ waren mijn eerste schreden op het racistenpad. Niet erg origineel maar het werkte prima. Je zag het slachtoffer verstarren en schokschouderend verderlopen. In mijn verdere carrière heb ik vooral van dat schokschouderen genoten. Later heb ik natuurlijk wel gelyncht, georeerd tegen immigranten, winkelruiten van kosjere zaken ingegooid, en nog veel ergere dingen gedaan die ik om juridisch-technische redenen hier niet te berde kan brengen maar die eerste beledigingen ‘neger, allochtoon’, hebben toch een speciale plek in mijn hart en ziel veroverd.