Flatland Kings
Western Swing
Western Swing is een uniek muziekgenre uit Texas en Oklahoma
dat in de jaren dertig en veertig tot ontwikkeling is gekomen.
Hoewel de muziek in die tijd vaak ‘hillbilly’
en later ‘country’-muziek genoemd werd, waren
de musici van deze groepen vaak de meest innovatieve van
hun tijd. Sterk onder de invloed van de big-band en bebop
muziek maar ook voorlopers van de elektrische blues en rock
‘n roll. Een groep als Bob Wills and the Texas Playboys
was een virtueel laboratorium van stijlvermenging en experiment
in zowel arrangement als improvisatie. Breakdown fiddling,
dixieland jazz, bebop, polkas, country blues, waltzes en
big-band muziek waren allemaal terug te vinden in deze muziek.
Musici als violist Buddy Ray en pedal steel gitarist Leon
McAuliffe konden zich tot de sterkste solisten van hun tijd
rekenen, en ontwikkelden zich parallel aan jazz genoten
zoals Joe Venuti en Charlie Christian.
Kenmerkend voor Western Swing is ook de ongehoorde combinaties
van nieuwe elektrische en traditionele’volks’-instrumenten:
versterkte violen, elektrische gitaren, elektrische mandoline,
elektrische steel en pedal steel gitaar en, ook voor de
eerste keer in country muziek; drums.
Bobby Hill and his Flatland Kings
Verrassend genoeg is er een Nederlandse link in de geschiedenis
van dit merkwaardig genre in de persoon van Robert v.d.
Berg (ook bekend als ‘Bobby Hill’ en ‘Bobby
Berg’), een briljante Texas fiddler die lid is geweest
van belangrijke ensembles zoals Leon McAuliffe and his Western
Swing Band en Noel Boggs and His Day Sleepers.
Geboren in Austin, Texas, zoon van nederlandse ouders, had
Hill een veelbelovend begin gemaakt in de Western Swing
voordat hij (op dezelfde dag als Bob Wills) aan het einde
van de oorlog in dienst moest. Na de oorlog zouden twee
gebeurtenisen een onverwachte draai aan zijn leven geven.
Ten eerste was de belangstelling voor Western Swing tanende,
ook door de opmars van de nieuwe, eenvoudiger ‘honky
tonk’ muziek van mensen als Hank Williams. De tweede
gebeurtenis was van persoonlijke aard ; een bezoek en concert
van de Belgische violist Armand van de Velde (samen met
de in Texas-wonende Russische pianist Alexander Uninsky)
in Dallas in 1946 waar Hill als toeschouwer in de zaal zat.
Dit concert gaf Hill de inspiratie om een reis te maken
naar Europa om les te volgen bij van de Velde aan de muziekacademie
te Geel. Helaas vond van de Velde Hill niet geschikt voor
een carrière in de klassieke muziek en onderbrak
de eerste les halverwege met het advies om ‘maar weer
bij jouw cowboy-vriendjes te gaan spelen’. Vermoedelijk
was van de Velde in feit meer bang dat zijn dochter, Hilde,
die inmiddels hevig verliefd op Hill was geworden een ongepaste
relatie met Hill zou beginnen.
Zonder geld en berooid van de illusie serieus genomen te
worden als muzikant ging Hill naar Tilburg om daar bij zijn
nederlandse familieleden te logeren.
Jo de Gast, directeur van de nederlandse muziekuitgeverij
XIJZ, gevestigd te Amsterdam maar met een filiaal in Tilburg
hoorde via de aldaar werkzaam zijnde Wies vd Berg (een achterneef
van Hill) dat Hill, een echte amerikaanse country muzikant
in nederland was. Vastbesloten deze gelegenheid niet aan
zich voorbij te laten gaan -zijn passie was het ‘cowboylied’
- vroeg de Gast Hill om een paar liedjes in opdracht te
schrijven. Een deel van deze liedjes zijn (op papier) -onder
verschillende pseudonymen- uitgebracht. Vervolgens regelde
de Gast een opname sessie, met de bedoeling het een en ander
op grammofoonplaat uit te brengen.
Hill verzamelde een stel Brabantse musici om zich heen en
ging naar Duitsland om bij de Rundfunk-studio’s in
Keulen vier liedjes op te nemen onder de naam Bobby Hill
and the Flatland Kings . Helaas zijn deze opnames inmiddels
verdwenen. Voor zover wij weten is er niets van uitgebracht,
waarschijnlijk wegens het faillisement van XIJZ in 1950.
In 1951 ging Hill weer terug naar Amerika met een fatale
tussenstop in Cuba waar hij na een jamsessie met lokale
musici werd beroofd. Drie dagen later stierf hij in een
ziekenhuis in Havana.
The Flatland Kings heropgericht
Om Hill’s muziek weer onder de aandacht te brengen
is The Flatland Kings heropgericht. Naast Hill’s eigen
composities en muziek van groepen waarin Hill speelde, gaan
The Flatland Kings ook muziek van onder andere Bob Wills
and The Texas Playboys, Spade Cooley and his Western Swing
Band and the Mountain Mountaineers in hun repetoire opnemen.
Hoewel de op papier uitgegeven muziek van Hill op papier
nogal gewoontjes is, maken de partituren die bewaard zijn
gebleven van het ‘live’-repertoire duidelijk
dat Hill niet de dertien-in-een-dozijn cowboy fiedelaar
is waar hij (voorzover opgemerkt) voor versleten wordt.
Hill’s muziek maakt na al die jaren nog steeds een
frisse indruk, en de link met deze tijd is vooral zijn bizarre
ecclecticisme, waarschijnlijk ingegeven door zijn wens om
als ‘klassiek’ muzikant serieus genomen te worden
terwijl hij tegelijkertijd het beste moest zien te maken
van een 8-koppige groep die ‘western swing’
speelde maar voornamelijk uit Brabantse bruiloften &
partijen-musici bestond. In plaats van iedereen in een niet-passend
muzikaal keurslijf te dwingen liet Hill alle musici naar
hun eigen ‘natuur’ spelen, daarmee genres als
Het Brabantse Levenslied en carnavalskrakers binnen de Western
Swing integrerend, terwijl hij zelf niet vies was van een
barok-aandoende vioolsolo in een up-tempo cowboy song.
Western Swing
Western Swing is een uniek muziekgenre uit Texas en Oklahoma
dat in de jaren
dertig en veertig tot ontwikkeling is gekomen. Hoewel de
muziek in die tijd vaak ‘hillbilly’ en later
‘country’-muziek genoemd werd, waren de musici
van deze groepen vaak de meest innovatieve van hun tijd.
Sterk onder de invloed van de big-band en bebop muziek maar
ook voorlopers van de elektrische blues en rock ‘n
roll. Een groep als Bob Wills and the Texas Playboys was
een virtueel laboratorium van stijlvermenging en experiment
in zowel arrangement als improvisatie. Breakdown fiddling,
dixieland jazz, bebop, polkas, country blues, waltzes en
big-band muziek waren allemaal terug te vinden in deze muziek.
Musici als violist Buddy Ray en pedal steel gitarist Leon
McAuliffe konden zich tot de sterkste solisten van hun tijd
rekenen, en ontwikkelden zich parallel aan jazz genoten
zoals Joe Venuti en Charlie Christian.
Kenmerkend voor Western Swing is ook de ongehoorde combinaties
van nieuwe elektrische en traditionele’volks’-instrumenten:
versterkte violen, elektrische gitaren, elektrische mandoline,
elektrische steel en pedal steel gitaar en, ook voor de
eerste in country muziek; drums.
Bobby Hill and his Flatland Kings
Verrassend genoeg is er een Nederlandse link in de geschiedenis
van dit
merkwaardig genre in de persoon van Robert v.d. Berg (ook
bekend as ‘Bobby Hill’
en ‘Bobby Berg’), een briljante Texas fiddler
die lid is geweest van belangrijke
ensembles zoals Leon McAuliffe and his Western Swing Band
en Noel Boggs and His Day Sleepers.
Geboren in Austin, Texas, zoon van nederlandse ouders, had
Hill een veelbelovend begin gemaakt in de Western Swing
voordat hij (op dezelfde dag als Bob Wills) aan het einde
van de oorlog in dienst moest. Na de oorlog zouden twee
gebeurtenisen een onverwachte draai aan zijn leven geven.
Ten eerste was de belangstelling voor Western Swing tanende,
ook door de opmars van de nieuwe, eenvoudiger ‘honky
tonk’ muziek van Hank Williams. De tweede gebeurtenis
was van persoonlijke aard ; een bezoek en concert van de
Belgische violist Armand van de Velde (samen met de in Texas-wonende
Russische pianist Alexander Uninsky) in Dallas in 1947 waar
Hill als toeschouwer in de zaal zat.
Dit concert gaf Hill de inspiratie om een reis te maken
naar Europa om les te volgen bij van de Velde aan de muziekacademie
te Geel. Helaas vond van de Velde Hill niet geschikt voor
een carrière in de klassieke muziek en onderbrak
de eerste les halverwege met het advies om ‘maar weer
bij jouw cowboy-vriendjes te gaan spelen’. Vermoedelijk
was van de Velde in feit meer bang dat zijn dochter, Hilde,
die inmiddels hevig verliefd op Hill was geworden een ongepaste
relatie met Hill zou beginnen.
Zonder geld en berooid van de illusie serieus genomen te
worden als muzikant ging Hill naar Tilburg om daar bij zijn
nederlandse familieleden te logeren.
Jo de Gast, directeur van de nederlandse muziekuitgeverij
XIJZ, gevestigd te Amsterdam maar met een filiaal in Tilburg
hoorde via de aldaar werkzaam zijnde Wies vd Berg (een achterneef
van Hill) dat Hill, een echte amerikaanse country muzikant
in nederland was. Vastbesloten deze gelegenheid niet aan
zich voorbij te laten gaan -zijn passie was het ‘cowboylied’
- vroeg de Gast Hill om een paar
liedjes in opdracht te schrijven. Een deel van deze liedjes
zijn (op papier) uitgebracht en vervolgens regelde de Gast
een opname sessie, met de bedoeling het een en ander op
grammofoonplaat uit te brengen.
Hill verzamelde een stel Brabantse musici om zich heen en
ging naar Duitsland om bij de Rundfunk-studio’s in
Keulen vier liedjes op te nemen onder de naam Bobby Hill
and the Flatland Kings . Helaas zijn deze opnames inmiddels
verdwenen. Voor zover wij weten is er niets van uitgebracht,
waarschijnlijk wegens het faillisement van XIJZ in 1957.
In 1951 ging Hill weer terug naar Amerika met een fatale
tussenstop in Cuba waar hij na een jamsessie met lokale
musici werd beroofd. De overlevering vertelt dat Bobby al
zijn geld al had gegeven maar weigerde zijn viool af te
staan. Drie dagen later stierf hij in een ziekenhuis in
Havana aan de gevolgen van diverse steekwonden.
The Flatland Kings heropgericht
Om Hill’s muziek weer onder de aandacht te brengen
zijn The Flatland Kings
heropgericht. Naast Hill’s eigen composities en muziek
van groepen waarin Hill
speelde, spelen The Flatland Kings ook muziek van onder
andere Bob Wills and The Texas Playboys, Spade Cooley and
his Western Swing Band enMountain Mountaineers. De benadering
van Hill’s muziek is gebaseerd op de overlevering
(we hebben met twee mensen gevonden die zich optredens van
de Flatland Kings kunnen herinneren) en een oude koffer
met wat partituren die waarschijnlijk voor eigen gebruik
bedoeld waren, gezien de slordige achteloosheid waarmee
de noten op het papier gekrabbeld staan. Dat geeft anderzijds
ook weer een aangename vrijheid van reconstructie.
Bewerkingen van nummer van Bobby Hill ;
We’re the Flatland Kings (R. v.d. Berg, 1948)
Dit nummer werd gebruikt als openings-en sluitingsthema
voor Kings optredens.
Naar aanleiding van een -zeer krakkemikkige- duitse vertaling
die we tussen Bobby’s papieren vonden is het mogelijk
dat dit nummer ooit in het Duits opgenomen is (‘Wir
sind die Königen des Flachlandes’). Het nummer
is ‘gebaseerd’ (tegenWORDig noemen ze dat plagiaat)
op de themasong van Dickie McBride and The Village Boys,
een van Hill’s lievelingsgroepen ,ook vanwege ster-violist
Bobby Ray die sterk door Duke Ellington beinvloed was.
Ik hou van jou (R. v.d. Berg, 1947?)
Hill sprak nauwelijks Nederlands maar toch staan er een
aantal nederlands-talige liedjes op zijn naam. Volgens
The Great Country Music Encyclopedia, (Lovett Press, 1984)
is de tekst van dit leidje in een Tilburgse kroeg met behulp
van een aantal vriendelijke maar enigzins aangeschoten medeschrijvers
verzonnen. De melodie van het couplet is waarschijnlijk
gestolen van “I’m Dotting each ‘I’
with a Teardrop” geschreven door Bob Wills & Thelma
Blackman.
Geef mij maar de prairie (R. v.d. Berg. E Hinterding.1949
?)
Bobby had besloten om niet langer zelf teksten in het Nederlands
te schrijven. Via een contactadvertentie in het toenmalige
populaire muziektijdschrift “Tuney Tunes” kwam
hij in contact met E. Hinterding. Zij heeft een zestal teksten
voor hem geschreven waarvan alleen deze op muziek gezet
was.
E. Hinterding is de persoon uit wiens nalatenschap de originele
Flatland Kings-partituren komen. Voor zover wij weten de
enige bekende tastbare bewijzen van Bobby’s verblijf
in Nederland.
No Turkey, no Bourbon, no Halloween (R. v.d. Berg. 1949
?)
Een geflopte poging van Bobby om aansluiting te vinden bij
de heersende ‘muziekcultuur’ in Brabant. De
bedoeling was om een carnavals-kaskraker te maken, ook voor
de XIJZ-uitgevers die Hill tenslotte de reddende hand toegestopt
hadden. Er waren echter weinig tot geen muziekgroepen die
dit nummer in hun repertoire opnamen, waarschijnlijk wegens
de onlogische akkoorden terwijl ook het verbasterde Hollands
(grappig bedoeld) niet erg begrepen werd.
Een cowboy is eenzaam (R. v.d. Berg.1951)
Dit is een van de weinige liedtexten in een bijna vlekkeloos
Nederlands, waarschijnlijk door Bobby zelf geschreven. Het
optreden, het ‘on the road’-zijn was voor hem
vergelijkbaar met het leven van de texaanse cowboys. Overduidelijk
is zijn zoektocht naar warmte en een plek die hij ‘thuis’
kon noemen. Tussen de regels door is duidelijk zijn smart
over de keuze van de dochter zijner hospita, Emma, te merken.
Emma (dezelfde van het gelijknamige instrumentale nummer
waar de Flatland Kings altijd hun tweede set mee begonnen)
trouwde met haar achterneef Koos, die de boekhouding deed
bij XIJZ-records. (hoe weten we dit ? ...noem het een familiegeheim)
Het is niet moeilijk voor te stellen dat Bobby daar grote
moeite mee had, en dat die gebeurtenis ook bijdroeg aan
zijn beslissing om terug naar Amerika te gaan, een noodlottige
beslissing die leidde tot zijn vroegtijdige dood. Bobby’s
Nederlands is simpel maar doeltreffend, en juist omdat hij
niet bij machte was aan de toen heersende rijmelarij mee
te doen blijft de tekst, 50 jaar na dato, nog steeds overeind.
Ook dit lied was niet bepaald een succes daar het publiek
in die dagen meer behoefte had aan iets vrolijkers dan dit
up-tempo liedje in mineur(stemming) met de -zeker voor die
tijd- bizar aandoende jazz-achtige intermezzi.
Emma (R.v.d.Berg. 1950 ?)
Een van de twee instrumentale nummers die wellicht een indicatie
geven van de (ongewilde ?) genialiteit die de Flatland Kings
ten toon spreiden. De partituur is zo goed als onleesbaar.
Doorhalingen, verschillende partijen op dezelfde balk en
tempo- en maatwisselingen die volkomen geknipt (zeg maar
verknipt) aandoen. In sommige partijen, afzonderlijk gespeeld
zijn populaire melodieen uit die tijd te herkennen (oa.
Het Peerd Van Ome Loek) maar omdat alles tegelijk genoteerd
staat is moeilijk te zeggen wat daar in het echt van over
bleef. Zeker is wel dat dit een van de beruchte ‘medley’s’
was, een van Bobby’s ‘specialiteiten’
en een excuus om vooral stylistisch eens lekker loos te
gaan.
In de WORDen van een van onze geinterviewden ;
“ Het klonk soms als een op hol geslagen kudde maar
ze liepen wel altijd dezelfde kant op, zelfs al kwam lijn
9 van de andere richting opdagen “.
Zen For Cowboy’s (R.v.d.Berg. 1951 ?)
Van dit nummer is zo goed als niets bekend. Niemand van
de geinterviewden kon zich herinneren dit ooit live gehoord
te hebben. Misschien was dit een idee voor een nieuwe richting
die Hill wilde inslaan, misschien niet meer dan een nooit
uitgevoerde hersenkronkel. Over de titel kunnen we ook alleen
maar speculeren. had Hill iets met de in die jaren -maar
volkomen ondergronds- florerende beatnick-scene ?
Het verdere Flatland Kings repertoire ;
San Antonio Rose (Bob Wills, 1940 versie)
Een bekend lied van Bob Wills & the Texas Playboys,
over wie Charlie Parker ooit zei, “Those guys will
outswing many famous Eastern ensemble.”
Faded Love (Bob Wills/Johnny Lee Wills/Billy Jack Wills)
Oorspronkelijk een instrumentaal nummer geschreven door
Will’s vader, herschreven door Wills zelf. Later schreef
zijn broer, Billy Jack Wills, de tekst.
Dusty Skies (Cindy Walker, 1941)
Dit lied gaat over de Grote Depressie in de V.S. Geschreven
door Cindy Walker, een van de grootste countrymuziek-componisten.
Ze schreef o.a. “Cherokee Maiden” , “You
Don’t Know Me”, en ‘Bubbles in My Beer’
voor artiesten als Ray
Charles, Roy Orbison en Ernest Tubb. Naar het schijnt had
ze ooit verkering met Bobby Hill.
Milk Cow Blues (Kokomo Arnold)
Oud blues lied o.a. door Bob Wills & the Texas Playboys
opgenomen.
Detour (P. Westmoreland)
Bekendste versie opgenomen in 1946 door Spade Cooley, Will’s
enige concurrent voor het titel van ‘King of Western
Swing’. Naar zijn optredens in de veertiger jaren
kwamen soms 6000 mensen kijken . De alcoholische Cooley
vermoordde zijn vrouw, Elle Mae, voor de ogen van hun14-jarige
dochter en kreeg gevangenisstraf. Jaren later, net voor
zijn vrijlating, trad hij voor het
eerst in jaren op voor een grote menigte razend enthousiaste
gerechtsdienaren. Na afloop van zijn optreden, zei ie “Dank
je wel”, liep het podium af en viel dood neer. Hartaanval.
Pussy, Pussy, Pussy (Marvin Montgomery, 1938)
Oorspronkelijk opgenomen door ‘the Light Crust Doughboys’,
een van de
allereerste Western Swing groepen. Hun gitarist Zeke Campbell
is een ware voorganger van Charlie Christian (die ook uit
Texas en Oklahoma kwam) “Pussy, Pussy, Pussy”
is een van de vele dubbelzinnige nummers die op de jukebox
in die tijd een zekere hitstatus bereikten.
Cotton Eyed Joe (Bob Wills-Tommy Duncan)
Tommy Duncan was de belangrijkste zanger van ‘The
Texas Playboys’. Opgenomen door the Texas Playboys
in 1946.
Dusty Skies, Cherokee Maiden, Miss Molly, Its All Your
Fault (Cindy Walker)
Dusty Skies is voor het eerste in 1941 opgenomen en gaat
over de Grote Depressie in de V.S. Cherokee Maiden en Miss
Molly zijn ook door Cindy Walker, gecomponeerd. Een jonge
Chet Atkins speelde een erg jazz-achtig solo op de originele
versie van “Its All Your Fault”
Prodigal Son
Opgenomen door Roy Acuff in 1944.
Right or Wrong(Haven Gillespie, Arthur Sizemore, Paul Biese)
Lyla Lou (H. Sims, R.Ferie)
Twee voorbeelden van hoe Bob Wills een popleidje kon veranderen
naar zijn eigen geluid. “Right or Wrong” is
opgenomen door The Texas Playboys in 1936 en Lyla Lou in1941
met Leon McAuliffe als zanger.
Southern Belle (from Nashville Tennesee) (Joe Pope)
Opgenomen door Curley Williams & His Georgia Peach Pickers
in 1945, geschreven door hun pianist. Curley zelf schreef
“Half as Much” ,een hit voor Hank Williams.\
Instituut voor Betaalbare
Waanzin
Lijkschouwing
Reburt
|